o. (-den), een bed waarin asperges groeien; (fig.) hij kan daar wel zijne sperziebedden aanleggen, (gezegd van iem. die zeer lang of voor altijd op die plaats moet blijven wonen);
...BOON, v. (-en), eene fijne soort boonen, ook princesseboontjes en suikerboontjes geheeten;
...KOP, m. (-pen), het bovenste, fijnste deel van eene asperge;
...TAK, m. (-ken);
...SCHOTEL, m. (-s);
...TANG, v. (-en), eene tang om asperges mede op te scheppen;
...VLIEG, v. (-en), eene vliegensoort (platyparea poeciloptera), die in ’t begin van Mei hare eieren legt tusschen de schubben van den aspergekop.