Air o. (-s), gelaatsvoorkomen, uiterlijk, houding hij neemt een air aan, alsof hij een groot heer was;
— zich het air geven van, den schijn aannemen van;
— zich airs geven, zich grootsch aanstellen;
— (muz.) aria.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: