air
(zelfstandig naamwoord) [alg.] ruimte, lucht - Jongens, geef me wat ruimte, heus, ik betaal wel.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] ruimte, lucht - Jongens, geef me wat ruimte, heus, ik betaal wel.
Marc De Coster (2020-2024)
(1980+) (< Eng.) (jeugd, skaters) sprong door de lucht. • Er suist een nieuwe rage door Heerlen, waarvoor menig ouder de jodium in de huisapotheek heeft moeten aanspreken. Want een beetje 'skater' heeft minstens één litteken, waar hij overigens allerminst mee zit. In volle vaart een 'air' (sprong door de lucht), uitvoeren over...
Ignace Bossuyt (2010)
(1) algemeen: in de Franse muziek, lied of melodie – (2) het equivalent van de Italiaanse aria in de Franse opera en cantate – (3) een meestal eerder langzaam, zangerig (soms een sneller, meer dansant) deel in de orkestsuite van de barok.
Katja Reichenfeld (2003)
Air (Fr. lucht) is in de 16e eeuw een lied van het lichtere type in Frankrijk en Engeland (ayre).Tijdens de barok werd het air regelmatig opgenomen in de instrumentale suit e+, als liedachtige afwisseling met de verschillende dansvormen (bijv. het air uit de Derde orkestsuite van Bach). In de Franse opera uit de 17e en 18e eeuw was het air vergelij...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
o., gezicht; voorkomen, uiterlijk; houding; zangwijze, liedje; zich airs geven: zich voornaam aanstellen.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
1. lucht (ook: wind); 2. luchtruim; 3. klimaat; 4. uiterlijk, voorkomen; 5. houding, manieren; 6. wijs, lied, aria; air de familie, familietrek; le bel air, de mooie manieren, de voorname wereld, de grote lui; le grand air, de buitenlucht, de open (frisse, vrjje) lucht; il n'y a pas d’air, ’t is benauwd; avoir l‘air..., er......
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I lucht; windje; tocht; ;(aether; wijs(je), melodie, aria; voorkomen; air, houding; airs and graces, coquette maniertjes; bot air, gezwam; take air, ruchtbaar worden; take the air, 1 een luchtje scheppen; 2 opstijgen; by air, door de lucht: per vliegtuig (of luchtschip); be in the air, 1 in de lucht zitten; 2 in de lucht hangen; on the air, voor d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: