Gepubliceerd op 31-08-2018

AFTOBBEN

betekenis & definitie

Aftobben (ZICH), (tobde (zich) af, heeft (zich) afgetobd), zich uitputten door zware inspanning van lichaam of geest, door overmaat van arbeid, moeite of zorg, of wel, door pijnlijke en afmattende gedachten of gemoedsbewegingen zich afsloven: het is ongelooflijk, hoeveel arbeids een jeugdig mensch verrichten kan, indien hij zich niet aftobt door ongepaste drift; het arme schepsel tobde zich af om aan den kost te komen; ook iem. aftobben, afmatten door overmaat van arbeid, moeite, zorg: zorgen die de ziel, den geest enz. aftobben;

— zij heeft veel met dat zieke kind afgetobd, dat kind heeft haar veel moeite, zorgen veroorzaakt.