Wat is de betekenis van aftobben?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aftobben

aftobben - Werkwoord Woordherkomst samenstelling van af en tobben Synoniemen zwoegen, ploeteren, afsloven, afmatten, uitputten, vermoeien

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aftobben

v., ôftobje.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aftobben

(tobde af, heeft afgetobd), 1. zich aftobben, zich uitputten door zware inspanning, door overmaat van arbeid, moeite of zorg, of wel, door pijnlijke en afmattende gedachten of gemoedsbewegingen, zich afsloven : het arme schepsel tobde zich af om aan de kost te komen ; 2. iem. aftobben, afmatten door overmaat van arbeid, moeite...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aftobben

tobde af, h. afgetobd (uitputten door overmaat van arbeid, zorg enz ): zorgen, die de ziel aftobben; refl. zich aftobben.

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

AFTOBBEN

Aftobben (ZICH), (tobde (zich) af, heeft (zich) afgetobd), zich uitputten door zware inspanning van lichaam of geest, door overmaat van arbeid, moeite of zorg, of wel, door pijnlijke en afmattende gedachten of gemoedsbewegingen zich afsloven: het is ongelooflijk, hoeveel arbeids een jeugdig mensch verrichten kan, indien hij zich niet aftobt door on...

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)