Gepubliceerd op 31-08-2018

AFSPLIJTEN

betekenis & definitie

(spleet af, is en heeft afgespleten), door het ontstaan van eene spleet losgaan en afvallen door de hitte zijn er heele stukken van die tafel afgespleten;

— door het bekomen van spleten allengs stukken loslaten en daardoor van de buitenste deelen ontdaan worden dat hout begint erg af te splijten; door lengte van tijd was de rotswand meer en meer afgespleten;
— door splijten afscheiden dat hout is te dik voor een hoepel; ge moet er wel de helft afsplijten;
— het zoodanig splijten, dat er stukken van afspringen of afvallen een bliksemstraal had den boom aan de eene zijde geheel afgespleten. AFSPLIJTING, v.

< >