Gepubliceerd op 30-08-2018

Afsabelen

betekenis & definitie

AFSABELEN, (sabelde af, heeft afgesabeld), (een aanvallenden vijand) met de sabel afweren, van zich afhouden: hij wist zijne aanvallers rechts en links af te sabelen;

— (vooral het afslaan van tegenstanders in een strijd die met woorden gevoerd wordt) (gemeenz.): al de tegenstanders werden één voor één ferm door den spreker afgesabeld;
— met de sabel afslaan, afhouwen : met een flinken slag sabelde hij zijn aanvaller den rechterarm af. (Het woord is weinig gebruikelijk; vgl. neersabelen.) AFSABELING, v.

< >