AFLEVEREN, (leverde af, heeft afgeleverd), bezittingen) aan een ander overgeven, ter hand stellen, afgeven;
— (toevertrouwde zaken die men ; tijdelijk onder zich heeft) aan den eigenaar overgeven, overdragen, in handen stellen : ik heb gisteren de mij toevertrouwde effecten aan den eigenaar af geleverd; (scherts.) wij hebben de kinderen bij hunne grootmoeder afgeleverd, naar hunne grootmoeder gebracht en daar gelaten;
— zij hebben de logé’s :weer afgeleverd, hebben ze weggebracht en zijn er nu van ontslagen;
— de officier heeft de gevangenen aan den kommandant afgeleverd, toevertrouwd, afgegeven;
— (eene schriftelijke verklaring) aan iemand geven of ter hand stellen om er gebruik van te maken, af geven : ze leverde hem die akte af;
— ter beschikking en voor rekening van den kooper stellen : de paarden leveren vrij morgen af; wegens de heerschende vlekziekte stond de boer erop dadelijk de varkens af te leveren, al gaf hij den koopman vrijheid ze nog veertien dagen in het hok te laten liggen;
— de verkochte waren, het bestelde, afgemaakte werk {meestal van eenigen omvang) naar den kooper brengen of voor of aan hem afgeven: morgen leveren wij twee eiken kasten af.