Gepubliceerd op 30-08-2018

Aanzitten

betekenis & definitie

AANZITTEN, (zat aan, heeft aangezeten), zitten ; aan of bij iets (aan den disch, aan den maaltijd). (Het verl. deelw. aangezeten vormt met zijn de uitdrukking aangezeten zijn, die niet als de volm. verl. tijd van aanzitten moet beschouwd worden. Zij zijn, zij waren aangezeten is nagenoeg hetzelfde als zij zitten aan, zij zaten aan). AANZITTING, v.

< >