Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Zingen

betekenis & definitie

(zong, heeft gezongen), (onoverg.) in het alg. een muzikale opeenvolging van tonen door de stem voortbrengen ; in eng. zin het voordragen van een reeks woorden van verhalende of lyrische inhoud in een dienovereenkomstige muzikale opeenvolging van tonen van bepaalde duur en bep. hoogte : onderricht in het zingen ; zing je graag? : met gevoel zingen; zuiver, vals zingen; bij de piano, de viool zingen ; op noten, van het blad zingen; in (de toonaard van) c, in g zingen; —(fig.) in een geheel andere toonaard zingen, op geheel andere wijze spreken; een toontje lager zingen, een lagere toon aanslaan, zijn eisen, aanspraken lager stellen ; — (spr.) het is niet al blij wat zingt, het uiterlijk bedriegt vaak : — zingende mis (niet hetz. als gezongen mis), stille mis met niet-liturgische zang, tgov. gelezen mis ; — (oneig.) de viool zingt; zingende torens, torens met klokkespelen ;

2. (overg.) op de ondergenoemde wijze doen horen: een aria, een lied zingen; — (spr.) altoos hetzelfde liedje zingen, altijd over dezelfde zaak spreken; — (Zuidn.) gelijk het lllllieken is, zo moet het gezangen worden, men moet zich naar de omstandigheden schikken; — op de genoemde wijs in zekere toestand brengen: iem. van de wijs zingen ; iem. in slaap zingen, ook fig. : zijn waakzaamheid doen verslappen ;
3. (overg. en onoverg.) in dichtmaat uiten, dichten : zoals de dichter zingt; — bezingen of in dichtvorm behandelen: de lof des Heren zingen ; ik zing den ondergang van ’s eersten werelds grond (Bild.);
4. (onoverg.) naam voor het muzikale geluid van vele vogels, inz. der musachtige of zangvogels: kanarievogels kunnen mooi zingen ; — ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, ieder spreekt op zijn eigen manier ;
5. naam voor het eigenaardige geluid, door het springen der opstijgende dampblaasjes veroorzaakt in een vloeistof die begint te koken : het water zingt al; de meid kwam aanstommelen met de theestoof en 'n zingende ketel er op (De Sinclair); — ook voor andere soortgelijke geluiden, o.a. voor het luchtmalen of ,,stersen” der bijen.