Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voortbrengen

betekenis & definitie

(bracht voort, heeft voortgebracht).

1. verder of wegbrengen ;
2. te voorschijn brengen, telen, doen ontstaan, het aanzijn geven : vruchten vóórtbrengen ; kinderen, kunstwegen voortbrengen ; God heeft alles voortgebracht, geschapen; — 3. opleveren, produceren : China brengt thee en zijde voort, — fig.: de 17 de eeuw heeft vele grote mannen voortgebracht;
4. veroorzaken : de oorlog brengt vele rampen voort;
5. (veroud.) uiten, spreken : hij kon geen woord voortbrengen.