Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Voordragen

betekenis & definitie

(droeg voor, heeft voorgedragen),

1.voorleggen, voor iem. uiteenzetten, toelichten: zijn zaak, zijn belangen {aan, bij iem.) voordragen ;
2. voorstellen, inkleden, op zekere wijze vertellen of schilderen : een eenvoudige geschiedenis, die al hare waarde ontleent aan de wijze waarop zij wordt voorgedragen (Potgieter);
3.op de vereiste wijze ten gehore brengen, reciteren : een gedicht voordragen ; iets voordragen, een voordracht houden, een kort komediestukje opvoeren ; ook abs.: zij kan goed voordragen ;
4. iem. voordragen, als candidaat op een voordracht plaatsen.