Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Werkelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. wezenlijk bestaand ofwel wezenlijk zijnd wat het zn. noemt: dat is niet werkelijk ; het zijn geen werkelijke stenen, ze zien er alleen maar zo uit; een werkelijk gevaar ; — werkelijke schuld, waarvan rente betaald wordt; (bij uitbr.) vaste staatsschuld en inschrijvingen op het grootboek; — in werkelijke dienst, actief (tgov. titulair);
2. (bw.) inderdaad, stellig, wezenlijk : het is werkelijk waar; werkelijk gebeurd ; gelooft u het werkelijk? —als bw. v. modaliteit: werkelijk, ik meen het; ik weet het werkelijk niet, heus niet.

< >