Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Wenden

betekenis & definitie

(wendde, heeft gewend),

1. draaien, keren, een andere richting geven : een schip, het roer wenden ; — de steven wenden, naar een andere richting koers zetten, zich verwijderen ; — (onoverg.) het schip wendt, gaat over een andere boeg liggen ; (fig.) het over een andere boeg wenden, zie Boeg; — (wederk.) draaien, zwenken; hij wendde zich wat van haar af ; zij wendt zich, dartel bewogen ; zij zwenkt als ten dans gereed (H. de Vries); — zich niet meer weten te wenden of te keren, ten einde raad zijn ; — zich tot iem. wenden, het gelaat naar hem toe keren en vand. hem aanspreken of zich bij hem vervoegen ; (ook) zich tot hem richten (in geschrifte, met een verzoek enz.): wend u tot mij om raad en hulp als gij ze behoeft; — (fig.) iets wenden en keren, aan alle kanten bezien ;
2.(gew.) omspitten, omgraven: een akker wenden ; — (in ’t bijz.) wijze van grondbewerking waarbij de bovenste grondlaag onder de tweede laag gebracht wordt, die zelf op dezelfde diepte blijft;
3. omzetten : het hooi wenden.