Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Wanorde

betekenis & definitie

v., afwezigheid van —, gebrek aan orde : bij hem is alles in de grootste wanorde; — ongeregelde, wetteloze toestand : wanorde heerste overal; — verwarring : het leger vluchtte in wanorde; — ongeordende toestand: iemands haren, kleren in wanorde brengen ; zijn zaken in wanorde achterlaten.