Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vroeger

betekenis & definitie

bw. bn., eig. de vergr. tr. van vroeg, maar in bep. bet. niet meer als zodanig gevoeld en als zelfst. bw. te beschouwen, t.w.

1. in de zin van eertijds, voorheen : vroeger stond hier een kerk; vroeger, toen er nog geen gas en electriciteit was; — als bn.: in vroeger dagen, jaren; — zelfst. gebruikt: van vroeger vertellen, van de oude tijd; — ook met betr. tot het verleden van een persoon : vroeger was hij erg driftig, nu niet meer; vroeger heb ik ook wel gerookt;
2. uit een vorig (niet onmidd. voorafgaand) tijdperk, vorig : een vroegere baas van mij; zijn vroegere verloofde.

< >