Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verder

betekenis & definitie

bn. bw., vergr. trap van ver (zie voor de eig. bet. aldaar); in oneig. bet. niet meer als vergr. trap gevoeld.

1. later in de tijd (komend), vervolgens: hoe ging het verder ? en verderf
2. ter aanduiding van een volgorde, nader, later : iemands verdere bevelen afwachten ; — overig : verdere zwarigheden waren er niet; (zelfst.) het verdere schenk ik je ; — (bw.) voorts : verder moet gij weten, dat...’, verder berichtte, verklaarde hij... ;
3. overigens: verder wil ik er niets meer mee te maken hebben; verder kan ik er niets aan doen ; hebt u verder nog iets? — voor de rest : verder verandert er niets;
4. in verb. met een infinitief (ook wel aaneengeschreven) ter aanduiding dat de genoemde handeling wordt voortgezet: verder lezen, schrijven> reizen; — soms tevens met gedachte aan : nader, meer in ’t bijzonder : morgen zullen wij verder spreken.