(las voor, heeft voorgelezen),
1. lezen voor of ten aanhoren van een ander: iem. een brief, de krant voorlezen; — ook zonder dat. en ook abs.: een verhaal voorlezen ; vader leest voor;
2. (Zuidn.) voorbidden.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
(las voor, heeft voorgelezen),
1. lezen voor of ten aanhoren van een ander: iem. een brief, de krant voorlezen; — ook zonder dat. en ook abs.: een verhaal voorlezen ; vader leest voor;
2. (Zuidn.) voorbidden.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: