Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Krant

betekenis & definitie

v. (-en), (spreektaalvorm van courant)

1. dagblad, nieuwsblad, een bepaald, op geregelde tijden, meest dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek : in onze stad verschijnen vier grote kranten ;
2. aflevering van zulk een nieuwsblad : is de krant er al ? — als voorwerp van papier : leg er een krant onder ;
3. de onderneming die zulk een nieuwsblad uitgeeft, en haar bureau: hij is aan een kra-Tit; meneer is naar de krant;
4. (collect.) de dagbladen, de pers: het staat in de krant; zet het in de krant (ook iron.); — dat mag wel in de krant, dat is iets ongewoons.