o. (-en),
1. verstand; — meer in ’t bijz. scherp verstand, vermogen om iets ingewikkelds uit te denken of te doorgronden, scherpzinnigheid, geestigheid : iem. van veel vernuft; de scheppingen van het menselijk vernuft ; een prachtig staaltje van het vernuft van onze technici: —vals vernuft, gemaakte, gezochte geestigheid ;
2. (thans w. g.) verstandig, scherpzinnig persoon : een der grootste vernuften van onze tijd.