Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Prachtig

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. weelderig, kostbaar ingericht, versierd enz.: prachtige zalen; de prachtige inrichting van dit zeekasteel; — bw. : prachtig uitgedost;
2. bij uitstek mooi, van grote aesthetische waarde: de grachten van Amsterdam zijn prachtig; ik vind het een prachtig stuk ; een prachtige stem ; — bw.: een prachtig geïllustreerd boek; zij zingt prachtig; — (pleonastisch) prachtig mooi;
3. beantwoordend aan de hoogste eisen, het of de best denkbare in zijn soort: een prachtige baby ; dat is een prachtig voorbeeld; — (in zwakker opvatt.) bijzonder goed: prachtige goudreinetten;
4. doeltreffend, bijzonder geschikt: dat is een prachtige bergplaats; — bw., bijzonder goed of geschikt: dat gaat prachtig zo; dat komt prachtig uit; hier kun je alles prachtig zien; — als waardering: prachtig! dat is goed geantwoord, gedaan.