bn. bw. (-er, -st),
1. ergens gelegd, gestopt waar — of zo gelegen of aangebracht dat het moeilijk of niet te vinden, althans niet te zien is: een verborgen schat; een verborgen hoekje; een schuilplaats met een verborgen toegang ; de verborgenste schuilhoeken der natuur: (taalk.) een verborgen afleiding, samenstelling, waarvan de delen (voor de leek) niet meer te onderscheiden zijn ; — verborgen gebreken (aan een verkochte zaak), die uitwendig niet waarneembaar zijn ; —het verborgen leven van Christus, vóór zijn openbaar optreden ; — in het verborgen, heimelijk, steelswijze: in het verborgen handelen, optreden, weldoen ;
2. geheim, raadselachtig : een verborgen zin.