Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Tegenpand

betekenis & definitie

o. (-en), pand van de andere zijde: tegenpand geven, nemen.

TEGENPARTIJ

v. (-en), persoon of groep van personen, die tegenover een andere persoon of groep staat wegens tegenstrijdige belangen of als vijand: een speler van de tegenpartij; (rechtst.) advocaat van de tegenpartij.
2. (muz.) partij die tegen een andere zingt: de tegenpartij kwam niet goed uit.

< >