Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

STORTVLOED

betekenis & definitie

m. (-en),

1. met kracht neervallende, soms ook aandringende vloed;
2. (inz. fig.) groot aantal snel opeenvolgende uitingen : een stortvloed van scheldwoorden ;
3. menigte van zaken of personen die een oppervlak gaan bedekken of een ruimte vullen: de Germaanse stortvloed stroomde West-Europa binnen.

< >