Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vloed

betekenis & definitie

m. (-en),

1. het vloeien; — (geneesk.) bloedvloeiing uit de geslachtsdelen der vrouw; witte vloed, afscheiding van een wit, melkachtig slijm daaruit;
2.groot watervlak; grote rivier;
3. het wassen van het water, wassend water : het wordt vloed ; de vloed komt opzetten; de vloed doodzeilen, de werking van de vloed te boven komen ; — (zeew.) voor vloed liggen ; — (spr.) werelds goed is eb en vloed, komt en verdwijnt evenals de eb en de vloed;
4. buiten zijn bedding tredende stroom, overstroming : de vloed voerde alles mee; in de vloed omkomen;
5. grote menigte of hoeveelheid, stroom : in een vloed van tranen ; een vloed van woorden, van scheldwoorden.