Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

SPECTRUM

betekenis & definitie

(Lat.), o. (...tra), kleurenband verkregen door de ontbinding van licht door een glazen prisma : elke in gasvormige toestand gloeiende stof straalt licht uit met een bepaald, aan die stof eigen spectrum; — men spreekt ook van röntgenspectrum, acoustisch spectrum.