Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Salamander

betekenis & definitie

m. (-s),

1. naam van de dieren die een orde (Salamandrinae) der tweeslachtigen vormen, met een zijdelings samengedrukte staart, een naakte huid en zonder nagels op de tenen, waarvan in ons land drie soorten gevonden worden : de land-, de water- en de kleine watersalamander (zie ald. en reuzensalamander); — volgens de oude voorstelling kon de salamander in het vuur leven, of was hij een gift en vlammen spuwend ondier;
2. scheldnaam: lelijke salamander;
3. vuurgeest;
4. vuurwerk dat een kronkelende slang voorstelt;
5. salamanderkachel;
6. sneetje dun gesmeerd brood met kaas, even in de oven verhit.