1. daad; — inz. sluwe bedrieglijke daad, bedrog : praktijken welker onrecht me dagelijks een ergernis is; — in verb. met een bn.: boosaardige, vuile, kwade praktijken;
2. toepassing, uitoefening, uitvoering van voorschriften of theoretische kennis: een boekjesman die in de theorie volleerd is, maar niets afweet van praktijk (v. Lennep); de praktijk van het lesgeven; een man der praktijk; — iets in praktijk brengen ;
3. gewoonte, gebruik: hij is vertrouwd met de parlementaire praktijken;
4. beroepswerkzaamheid van een dokter, advocaat enz.: de praktijk uitoefenen ; een drukke praktijk;
5. cliëntele: een jong dokter die nog geen praktijk heeft; zijn praktijk overdoen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk