bn. (-er, -st),
1. zwaarder wegende ; de invloed van Holland was overwegend geworden; —
zo belangrijk enz. dat al het overige er voor onder moet doen: dat is van overwegend belang; dat zijn overwegende redenen;
3 .de overwegende vorm, de overwegende stijl, de stijl van besluiten, vonnissen enz. die met overwegende dat aanvangen (in tegenst. tot de verhalende vorm of stijl).