Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overwegen

betekenis & definitie

I. (woog over, heeft overgewogen),

1. opnieuw, nog eens wegen; nawegen: het goud werd overgewogen;
2. te veel wegen, te zwaar zijn;
3. (kooph.) overwicht geven;

II. (overwoog, heeft overwogen),

1. meer gelden, gewichtiger zijn, de doorslag geven (van redenen);
2. overdenken, overleggen,

over (iets) nadenken: ik heb de zaak rijpelijk overwogen ; overwegende dat, geijkte formule als aanvang van een nieuw lid of een nieuwe zin bij besluiten en rechterlijke uitspraken; — alles overwegende, deed ik beter, thuis te blijven, wanneer ik alles goed overdenk.