Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ordelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), in behoorlijke orde geplaatst of zich bevindende : de ordelijke rijen der boeken ; —geregeld, volgens regel en orde : alles gaat er ordelijk toe ; zich ordelijk gedragen ; ordelijk werken ; het is een ordelijk mens, die geregeld leeft, (ook) die orde in zijn zaken houdt.