Wat is de betekenis van ordelijk?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ordelijk

ordelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: or-de-lijk 1. waar regelmaat in zin ♢ hun huishouden is erg ordelijk Bijvoeglijk naamwoord: or-de-lijk ... is ordelijker dan ... het ordelijks...

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ordelijk

adj. & adv., oarderlik, himmel, kras, by de tried, streek lâns, op ’e regel; — in zijn vak zijn, goed by de saek wêze.

2024-03-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ordelijk

bn. bw. (-er, -st), in behoorlijke orde geplaatst of zich bevindende : de ordelijke rijen der boeken ; —geregeld, volgens regel en orde : alles gaat er ordelijk toe ; zich ordelijk gedragen ; ordelijk werken ; het is een ordelijk mens, die geregeld leeft, (ook) die orde in zijn zaken houdt.