Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Opvoeden

betekenis & definitie

(voedde op, heeft opgevoed),

1. door het verschaffen van voedsel groot brengen, doen opwassen ;
2. onderhouden en grootbrengen, bep. toegepast op zedelijke en geestelijke vorming: kinderen opvoeden ; hij is orthodox opgevoed, volgens de orthodoxe begrippen; iem. tot of voor iets opvoeden ; wel opgevoede kinderen, die zich netjes weten te gedragen;
3. zedelijk of geestelijk ontwikkelen; vooral in het teg. deelw. als bn.: een opvoedende en karaktervormende kracht; — (econ.) op voedende rechten, die tijdelijk worden geheven om de ontwikkeling van bep. bedrijven te bevorderen.