Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Oordelen

betekenis & definitie

(oordeelde, heeft geoordeeld),

1. een oordeel, een vonnis wijzen: de burgerlijke rechter alleen moet hier oordelen ;
2. vonnissen: wanneer een mens tegen een mens zondigt, zo zullen de Goden hem oordelen (1 Sam. 2 : 25); — (spr.) oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt (Matth. 7 : II);
3. beslissen, uitspraak doen tussen: gij, mannen van Juda, oordeelt toch tussen mij en tussen mijn wijngaard (Jes. 5:3);
4. door redeneren tot een gevolgtrekking komen: oordeel niet zo lichtzinnig over zaken die je niet goed kent; — over iets oordelen als een blinde over de kleuren, als onbevoegde een ongegrond of verkeerd oordeel over iets vellen; — te oordelen naar, afgaande op;
5. keuren, achten: iets niet raadzaam oordelen;
6. een gevoelen, een mening over iets of iem. hebben: ik oordeel, dat wij dadelijk de gehele toeleg moeten openbaren.