Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Offeren

betekenis & definitie

(offerde, heeft geofferd),

1. met de gebruikelijke plechtigheden aan de of een godheid als offer brengen : zij offerden honderd runderen;
2. (R.-K.) de mis opdragen : de offerende priester ;
3. als hulde aanbieden : mijn moeder offer ik mijn liefde ;
4. schenken, afstaan ; geld. en goed aan het vaderland offeren;
5. (gemeenz.) betalen, dokken: pas waren wij de zaal binnen, of wij moesten een kwartje offeren :
6. zich geven, zich wijden aan: aan de vriendschap offeren', aan Apollo, aan Phoebus, aan de Muzen offeren, zich met de dichtkunst bezighouden ; —aan Bacchus offeren, een liefhebber van een stevig glas zijn ; aan Vernis offeren, zich aan mingenot overgeven.