Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Kader

betekenis & definitie

o. (-s),

1. lijst, omlijsting, omlijning; meest in fig. uitdrukkingen : wat iets als en tot een geheel omsluit, raam : dat past niet in het kader (van het systeem); dat valt buiten het koeler van normale ondeugendheid;
2. (mil.) de korporaals en onderofficieren van een legerafdeling ; bij uitbr. al de officieren en gegradueerden van een leger; (eert.) dat deel van het leger, dat steeds onder de wapenen blijft.