Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hatelijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. haat opwekkende, waard gehaat te worden : een hatelijk mens; — hatelijk worden, zijn, opzettelijk grievende dingen zeggen;
2.(bijb.) afkeer inboezemende, afschuwelijk: onrein en hatelijk gevogelte (Openb. 18:2); 3. waard gehaat te worden, verfoeilijk: een hatelijk bedrijf; — iets in een hatelijk daglicht stellen, het zo voorstellen dat men er afkerig van wordt; — (in zwakkere opvatting) onuitstaanbaar, tergend, bitterheid verwekkend : het is hatelijk, als er op alles wat men zegt wordt gevit; hatelijke commando's ;
4. krenkend, opzettelijk grievend: hatelijke opmerkingen maken; iemand iets hatelijks zeggen; — (bw.) op tergende of krenkende wijze: hatelijk lachen.

< >