Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Gymnastiek

betekenis & definitie

(<Gr.), v., (bij schoolkinderen vaak GYMNASTIE),

1. de kunst en de leer der stelselmatige lichaamsoefeningen, ten doel hebbend de spierkracht, gezondheid en schoonheid van het menselijk lichaam te bevorderen: gewoonlijk die oefeningen zelf: gymnastiek doen, gymnastiseren;
2. (meton.) les in gymnastiek : naar de gymnastiek gaan, op de gymnastiek zijn : — ook in talrijke samenstellingen die op het onderwijs of de beoefening der gymnastiek betrekking hebben : gymnastiekleraar, -les, -cursus, -school, -zaal; gymnastiektoestellen (waaraan de gymnastische oefeningen worden verricht); gymnastiekschoenen (die men bij het gymnastiseren draagt); gymnastiekvereniging, -verbond (vereniging, bond van gymnasten); gymnastiekuitvoering (voorstelling gegeven door gymnasten), enz.