Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- Onbemalen
- Onbemand
- Onbemerkbaar
- Onbemerkt
- Onbemiddeld
- Onbemiddeldheid
- Onbemin(ne)lijk
- Onbemind
- Onbemindheid
- Onbeminnelijkheid
- Onbenaderbaar
- Onbenepen
- Onbeneveld
- Onbenijd
- Onbenoembaar
- Onbenoemd
- Onbenul
- Onbenullig
- Onbenulligheid
- Onbeoordeeld
- Onbepaalbaar
- Onbepaald
- Onbepaaldheid
- Onbeperkt
- Onbeperktheid
- Onbeproefd
- Onberaden
- Onberadenheid
- Onberecht
- Onbereden
- Onberedeneerd
- Onberedeneerdheid
- Onbereid
- Onbereikbaar
- Onbereikbaarheid
- Onbereisd
- Onberekenbaar
- Onberekenbaarheid
- Onberekend
- Onberijdbaar
- Onberijdbaarheid
- Onberijmd
- Onberispelijk
- Onberlspelijkheid
- Onberoemd
- Onberoepbaar
- Onberoerd
- Onberoerdheid
- Onberouwd
- Onberouwelijk
- Onbeschaafd
- Onbeschaafdheid
- Onbeschaamd
- Onbeschaamderik
- Onbeschaamdheid
- Onbeschadigd
- Onbeschaduwd
- Onbescheid
- Onbescheiden
- Onbescheidenheid
- Onbeschermd
- Onbeschoft
- Onbeschofterik
- Onbeschoftheid
- Onbeschreven
- Onbeschrijfbaar
- Onbeschrijfelijk
- Onbeschroomd
- Onbeschroomdheid
- Onbeschut
- Onbesefbaar
- Onbeslagen
- Onbeslapen
- Onbeslecht
- Onbeslist
- Onbeslistheid
- Onbesloten
- Onbesneden
- Onbesnedene
- Onbesnedenheid
- Onbespeeld
- Onbespied
- Onbespraakt
- Onbesproken
- Onbesprokenheid
- Onbestaanbaar
- Onbestaanbaarheid
- Onbestand
- Onbesteed
- Onbestelbaar
- Onbestelbaarheid
- Onbestemd
- Onbestemdheid
- Onbestendig
- Onbestendigheid
- Onbestierd
- Onbestijgbaar
- Onbestorven
- Onbestraat
- Onbestreden