Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- On ne meurt pas d’amour
- On ne meurt qu’une fois, et c’est pour si longtemps!
- On ne peut contenter tout ie monde et son père
- On ne peut être juste si l’on nest humain
- On ne prête quaux riches
- On ne saurait faire une omelette sans casser des œufs
- On ne tombe jamais que du côté où lon penche
- On nous réconcilia
- On ny respecte rien, chacun y parle haut et cest tout justement la cour du roi pétaud
- On pardonne aisément un tort que l’on partage
- On pardonne tant que lon aime
- On parle toujours mal quand on na rien à dire
- On peut être héros sans ravager la terre
- On peut être plus fin qu’un autre, mais non pas plus fin que tous les autres
- On presse l’orange, et on jette l’écorce
- On revient toujours à ses premiers amours
- On se voit d’un autre œil qu’on ne voit son prochain
- On traitera de la paix chez vous, pour vous, sans vous
- Onaandachtig
- Onaandoenlijk
- Onaandoenlijkheid
- Onaangedaan
- Onaangediend
- Onaangekleed
- Onaangemeld
- Onaangenaam
- Onaangenaamheid
- Onaangeroerd
- Onaangesproken
- Onaangestoken
- Onaangezien
- Onaangezocht
- Onaanlokkelijk
- Onaannemelijk
- Onaannemelijkheid
- Onaansprakelijk
- Onaansprakelijkheid
- Onaanstotelijk
- Onaantastbaar
- Onaantastbaarheid
- Onaantrekkelijk
- Onaanvaard
- Onaanvaardbaar
- Onaanvechtbaar
- Onaanvechtbaarheid
- Onaanzienlijk
- Onaanzienlijkheid
- Onaardig
- Onaardigheid
- Onachtzaam
- Onachtzaamheid
- Onadellijk
- Onaesthetisch
- Onafgebroken
- Onafgedaan
- Onafgelost
- Onafgesneden
- Onafgewend
- Onafgewerkt
- Onafhankelijk
- Onafhankelijkheid
- Onafhankelijkheidsbeweging
- Onafhankelijkheidsdrang
- Onafhankelijkheidsoorlog
- Onafhankelijkheidsverklaring
- Onafkeerbaar
- Onafkoopbaar
- Onafkoopbaarheid
- Onaflosbaar
- Onaflosbaarheid
- Onafscheidbaar
- Onafscheidbaarheid
- Onafscheidelijk
- Onafscheidelijkheid
- Onafweerbaar
- Onafwendbaar
- Onafwendbaarheid
- Onafwijsbaar
- Onafwijsbaarheid
- Onafwisbaar
- Onafzetbaar
- Onafzetbaarheid
- Onafzettelijk
- Onafzienbaar
- Onafzienbaarheid
- Onafzienlijk
- Onager
- Onaneren
- Onanie
- Onanist
- Onanistisch
- Onappetijtelijk
- Onarglistig
- Onarglistigheid
- Onbaatzuchtig
- Onbaatzuchtigheid
- Onbandig
- Onbarmhartig
- Onbarmhartigheid
- Onbeantwoord
