Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie O
- Observator
- Observatorium
- Observeren
- Obsessie
- Obsidiaan
- Obsignatie
- Obsoleet
- Obstakel
- Obstatprincipiis
- Obstetrie
- Obstetrisch
- Obstinaat
- Obstinaatheid
- Obstipatie
- Obstipui steteruntque comae et vox faucibus haesit
- Obstructie
- Obstructionisme
- Obstructionist
- Obstrueren
- Obus
- Ocarina
- Ocarinist
- Occasie
- Occasio facit furem
- Occasion
- Occasionalisme
- Occasioneel
- Occident
- Occidentaal
- Occisam saepe sapere plus multo suem
- Occlus ie
- Occlusief
- Occuleermes
- Occuleertakje
- Occult
- Occultatie
- Occultisme
- Occultist
- Occupatie
- Occuperen
- Occupet extremum scabies
- Oceaan
- Oceaanboot
- Oceaanhaven
- Oceaanreus
- Oceaanstomer
- Oceaanvlieger
- Oceaanvlucht
- Oceaniden
- Oceanië
- Oceanisch
- Oceanograaf
- Oceanografie
- Oceanus
- Ocel
- Ocelot
- Och
- Ocharm
- Ochlocraat
- Ochlocratie
- Ochtend
- Ochtendbeurt
- Ochtendbezoek
- Ochtendblad
- Ochtenddauw
- Ochtenddienst
- Ochtenddrank
- Ochtendeditie
- Ochtendgebed
- Ochtendgewaad
- Ochtendglans
- Ochtendjapon
- Ochtendje
- Ochtendjurk
- Ochtendkerk
- Ochtendkleding
- Ochtendkostuum
- Ochtendkrieken
- Ochtendlied
- Ochtendlucht
- Ochtendmaal
- Ochtendmelk
- Ochtendpost
- Ochtendpreek
- Ochtendrood
- Ochtendschemering
- Ochtendstond
- Ochtendtrein
- Ochtenduur
- Ochtendwandeling
- Ochtendzang
- Ochtendzon
- Octaaf
- Octaafdag
- Octaaffluitje
- Octaafje
- Octaafkoppeling
- Octaafsprong
- Octaëder
- Octant