zelfst. hoofdtelw., iedereen, absol. of uit een bepaalde kring, de hele wereld : Gods vriend is allemans vijand; — allemans werk is niemands werk, van een in het alg. gegeven opdracht trekt niemand zich in het bijz. iets aan ; — vaak geringschattend: hij gaat om met Jan en alleman (oorspr. Jan alleman) met iedereen, vooral ook met ’t geringere volk.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk