Wat is de betekenis van lauw?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lauw

1) (19e eeuw) (Barg.) niets; geen; weinig. • Lau kans, (barg.), geen kans. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) • Louw sjoege,... bromde Simbad in zichzelf en zijn dikke lippen vraten de vloeken... Zou de luizekriek hem doorzien hebben? (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdam...

2024-04-18
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Lauw

Zie Lau

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lauw

lauw - Bijvoeglijk naamwoord 1. een temperatuuraanduiding die tussen warm en koud ligt Hij vindt het niet lekker om zich met lauw water te wassen. 2. (figuurlijk) weinig zeggend, onverschillig Een lauwe reactie.

2024-04-18
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Lauw

Lauw - voor lauw: voor niets. Voor lauw lopen. Herkomst onbekend.

2024-04-18
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lauw

lauw - bijvoeglijk naamwoord 1. een beetje warm ♢ deze thee is lauw 2. niet erg enthousiast ♢ zij reageerde lauw op mijn voorstel Bijvoeglijk naamwoord: lauw ... is lauwe...

2024-04-18
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Lauw

m -> Lau.

2024-04-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lauw

adj., lij.

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lauw

I. bn. bw. (-er, -st), 1. tussen heet en koud, maar weinig warm: lauw water; de koffie is maar lauw; het lauwe zand, de lauwe winden. 2. (fig.) niet vurig, niet krachtig, niet ijverig (zwakker dan onverschillig): schat mij de Heer niet schuldig, wanneer zo lauw ik strij? II. v. (-en), (nat. hist.) (gew.) zeelt.