Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Linum

betekenis & definitie

Linum, - plantengeslacht der Linaceeën met 2 soorten in Nederland, n.l. de gekweekte L. usitatissimum, het vlas, (plaat Vezelplanten fig. 9) en L. catharticum, een kleine kruidachtige plant met witte bloemen, in het wild. Als sierplant worden hoofdzakelijk volgende soorten gekweekt:

1) L. grandiflorum uit Algiers, tot 40 c.M. hoog, met bloedroode bloemen, fraai voor perken en randen ; is eenjarig en kan in April ter plaatse gezaaid worden.
2) L. flavum uit Z.-O.-Europa, 40 c.M., overblijvende, onder dek winterharde plant met gele bloemen in Juni—Juli en 3) L. perenne met vele variëteiten uit Europa en N.-Amerika, 60 c.M. hoog, overblijvend, met blauwe of witte bloemen op licht gebogen stengels in Juli— Aug. De afgesneden bloemen vallen spoedig uit, doch in den tuin bloeit L. mild en fraai.

< >