Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Wild

betekenis & definitie

Wild - De Jachtwet onderscheidt:

1) grof wild: herten en reeën;
2) klein wild: hazen, konijnen, fazanten, korhoenders, patrijzen, houtsnippen en kwartels; 3) waterwild: zwanen, ganzen, eenden, duikers, waterhoenders, watersnippen, schrieken, kemphanen, ruiters, grutto’s, strandloopers, wulpen en plevieren (art. 17). — Zie JACHTWETGEVING en TOEËIGENING.