Gepubliceerd op 01-12-2020

randmeren

betekenis & definitie

afgesloten delen van het IJsselmeer die zijn overgebleven tussen de oorspronkelijke oever en de nieuw aangelegde IJsselmeerpolders. Het zijn langgerekte meren met een gemiddelde diepte van 1-2 m, maar op veel plaatsen niet dieper dan enkele decimeters.

De totale oppervlakte is ca. 14200 ha, verdeeld over: Gooimeer (2800 ha), Eemmeer (1600 ha), Wolderwijd (2700 ha), Veluwemeer (3950 ha), Ketelmeer (3000 ha), Kadoeler- en Vollenhovermeer (ca. 150 ha). Het IJmeer (4800 ha) wordt ook wel tot de randmeren gerekend, maar zal dit pas zijn na eventuele inpoldering van de Markerwaard.De belangrijkste functies van de randmeren zijn:

1. bekken voor het overtollig water op het vasteland, vooral vanuit het landbouwgebied in natte tijd;
2. voorraadbekken voor de landbouw in droge tijd;
3. recreatiegebied voor oever- en waterrecreatie (het laatste is door de geringe diepte maar beperkt mogelijk. Voor oeverrecreaties zijn stranden en dagcampings aangelegd);
4. natuurgebied: oevergedeelten en eilandjes zijn belangrijk als broedterrein voor water- en moerasvogels.

Een belangrijk deel van de meren is in herfst en winter van groot belang als verblijfplaats voor trekkende en overwinterende vogels. Het gaat om tienduizenden vogels; futen, eenden (m.n. wintertaling, slobeend, kuifeend, tafeleend, brilduiker, nonnetje, grote zaagbek), kleine zwaan en meerkoet. Een aantal gebieden is beschermd als natuurreservaat (oeverlanden en eilandjes) en op veel plaatsen gelden beperkingen ten aanzien van jacht en recreatie in het belang van de vogels. De natuurwetenschappelijke betekenis van de randmeren is sterk achteruitgegaan door vervuiling en eutrofiëring, veroorzaakt door het in de meren geloosde vervuilde water. De vegetatie van de oeverzones is daardoor eenzijdig en bestaat vooral uit ruigtekruiden. De waterplantenvegetaties zijn op veel plaatsen verdwenen.

Er treedt in warme zomers geregeld algenbloei op. Algenbloei is voor het leven in het water zeer ongunstig doordat hij gepaard gaat met lange perioden van zuurstofgebrek in het water. Daarnaast is een grote hoeveelheid algen uit recreatief oogpunt ongewenst. Aan dit probleem kan alleen een eind worden gemaakt door afvalwaterzuivering met een derde trap, waarbij fosfaat wordt verwijderd. Bovendien moet ook het uit landbouwgebieden geloosde water niet verrijkt zijn met nitraat en fosfaat. Dit laatste zal zeer moeilijk zijn te bereiken, omdat dan van boeren verlangd moet worden dat zij minder kunstmest zullen gebruiken, wat ten koste gaat van de produktie.