Belg. wet van 12.7.1976 ter bestrijding van de schade veroorzaakt door natuurrampen. De wet is het directe resultaat van de protestactie die op gang werd gebracht na de rampzalige overstroming waardoor enkele gemeenten in de provincies Antwerpen (Ruisbroek) en Oost-Vlaanderen begin 1976 na een dijkbreuk werden getroffen.
Gezien deze omstandigheden werd de wet toegepast met terugwerkende kracht tot 1.1.1976. Onder rampen worden in de wet begrepen zowel algemene rampen (aardbevingen, orkanen, overstromingen) als landbouwrampen, die grote vernielingen aanrichten onder teelten, oogsten en de veestapel. Deze rampen geven aanleiding tot een herstelvergoeding en tot het verlenen van een staatswaarborg en een verlaagde rentevoet. De wet wordt aangevuld door het KB van 20.8.1976 betreffende de vergoeding van schade aangericht door natuurrampen aan onroerende goederen voor dagelijks of huishoudelijk gebruik (kledingstukken, meubelen enz.). De vergoeding in geval van landbouwrampen wordt geput uit een Rampenfonds. Bij KB van 23.2.1977, gewijzigd bij KB van 23.8.1977, werd de Nationale Kas voor Rampenschade opgericht.
