Gepubliceerd op 01-12-2020

IJsselmeerpolders

betekenis & definitie

Ned. landaanwinningen, onderdeel van het Zuiderzeeproject, dat is begonnen na de aanneming van de wet van 14.6.1918 tot afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee. De afsluiting van de Zuiderzee (naar een plan van C.Lely) werd met de bouw van de Afsluitdijk in 1932 een feit.

De dijk verwezenlijkte twee hoofdoelstellingen van het project: vermindering van het overstromingsgevaar en vorming van een zoetwaterbekken (het IJsselmeer). Het plan van Lely hield voorts het droogmaken van vijf polders in met een gezamenlijke oppervlakte van ca. 2250 km2.Het hoofddoel hierbij was aanwinning van nieuwe landbouwgrond. De dienst der Zuiderzeewerken is ingesteld (in 1919) om de aanleg van dijken, de bouw van gemalen, sluizen en het droogmalen te verzorgen. De inrichting en ontwikkeling van de polders werden toevertrouwd aan een andere dienst, later Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) geheten. Tot de IJsselmeerpolders behoren: proefpolder Andijk (40 ha; aangelegd in 1926-27), de Wieringermeerpolder (20 000 ha; in 1930), de Noordoostpolder (48 000 ha; in 1942), Oostelijk Flevoland (54 000 ha; in 1957) en Zuidelijk Flevoland (43 000 ha; in 1968).

Het droogmalen van een ingedijkt poldergebied neemt ongeveer negen maanden in beslag. De ontginning duurt 10—15 jaar. Bij het ontginnen wordt een ontwateringssysteem aangelegd. In de Wieringermeer en de Noordoostpolder gebeurde dit grotendeels met behulp van handkracht en paarden. Na gunstige ervaringen in de Noordoostpolder zijn de daarop volgende polders met riet ingezaaid. Om de gronden te verbeteren verbouwt de RIJP gedurende vijf jaar o.a. koolzaad en granen.

Daarna worden landbouwbedrijven uitgegeven, meestal aan particulieren. De grootte van deze bedrijven nam toe van 12 ha (Noordoostpolder) tot 40-45 ha (Oostelijk Flevoland, waar de uitgifte in nov. 1976 was voltooid) of meer (in de toekomst). Van de uitgegeven grond gaat 75 % naar boeren, die op het oude land hun bedrijf zijn kwijtgeraakt bij stadsuitbreidingen of ruilverkavelingen. Aan de gegadigden worden eisen gesteld wat betreft leeftijd en vakbekwaamheid. Ca. 4 % van de bedrijven wordt blijvend door de staat geëxploiteerd als proefbedrijven. De Usselmeerpolders zijn uitstekende landbouwgebieden geworden. Daarnaast zijn er bossen en natuurterreinen (vogelgebieden) tot stand gekomen.

Over de aanleg van de laatste polder, de → Markerwaard, zal medio 1984 een beslissing worden genomen.

Litt. RIJP, De Usselmeerpolders in kaart (1974); RIJP, Ongekende ruimte (1976); Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Derde Nota Ruimtelijke Ordening, Verstedelijkingsnota (1977); T.J.Dirks, De IJsselmeerpolders: het nieuwe hart van Nederland (1978).