Gepubliceerd op 01-12-2020

ontbossing

betekenis & definitie

de definitieve verwijdering van bos, meestal over grote terreinen. Ontbossing moet niet worden verward met → kaalkap.

Volgens de Ned. Boswet (herplantplicht) is een terrein ontbost als er na drie jaar, volgens de Food and Agriculture Organization na vijf jaar, nog geen jong bos is. Is er binnen drie (vijf) jaar jong bos geplant of gezaaid, dan is er niet ontbost maar verjongd, zoals ook in natuurlijke bosecosystemen gebeurt. Rond 1810 was Nederland vrijwel geheel ontbost: nog 3 % lag onder bos. Door herbebossing is er thans weer 8 % bos.Aangelegd bos kan na ontbossing nog worden vervangen via herbebossing, niet te verwarren met verjonging in bosteeltsystemen. Oerbos kan na ontbossing niet meer terugkomen. Na menselijk gebruik is de bodem veranderd en vaak is het verspreidingsmechanisme van plante- en diersoorten verstoord, of zijn diverse soorten uitgestorven.

Oorzaken van ontbossing Natuurlijke ontbossing is opgetreden tijdens de ijstijden, toen het in het noorden te koud en in de tropen te droog werd. Nu bepalen menselijke invloeden meestal de ontbossing, ofschoon de Sahelramp mede door de natuur bepaald werd. De menselijke invloeden zijn complex: bevolkingsdruk met hoge eisen aan landbouwgrond en bosprodukten; nieuwe ondernemingen zoals houtgestookte stoomschepen en -locomotieven; oorlogen (b.v. de ontbossing van Spanje en Engeland in de 15e-17e eeuw voor de bouw van houten schepen); series koude winters met brandstofbehoefte (17e eeuw, Nederland).

In vorige eeuwen was de ontbossing sterk in West-Europa, het Middellandse-Zeegebied en Azië (China), thans schrijdt zij snel voort in natuurbosgebieden zoals Siberië, Canada, delen van Australië, en de tropische regenwouden. De huidige bosbouw is ontwikkeld in West-Europa na de grote ontbossingen. In de komende jaren zijn grote ontbossingen door industriële zure regen in Noord-Europa en door andere complexe oorzaken in de tropen te voorzien.

De ontbossing in de tropen heeft sterk de aandacht, maar geen van de vaak genoemde cijfers is hard. Een ruwe schatting is dat ca. 5 mln. ha (1,5 x de oppervlakte van Nederland) jaarlijks verdwijnt, en 15 mln. ha degradeert. Vermoedelijk is hierin begrepen ca. 1 mrd. m3 hout, waarvan een derde spoorloos verdwijnt, brandend of rottend na ontginning, wegenaanleg enz. Ongeveer 700 mln. m3 verdwijnt in de vorm van ca. 6 % geëxporteerd werkhout, ca. 34 % werkhout ter plaatse, ca. 60 % brandhout voor de lokale bevolking. Men werkt thans hard aan bosinventarisatie om betere cijfers te verkrijgen. De oorzaken van de ontbossing in de vochtige tropen zijn ingewikkeld.

Voorbeeld: rond een stad raakt het brandhout op. Daarom wordt voor de alternatieve petroleumfornuisjes in het oerwoud naar aardolie gezocht. Daar wordt een weg voor aangelegd die uit houtopbrengsten wordt bekostigd. Dat leidt tot houtexploitatie langs de weg en houtexport. Op den duur immigreren arme boeren in het opengelegde gebied en ontginnen het. De toename van bevolking en de vergroting van de eisen van deze bevolking aan het leven leiden weer tot grote akkers voor voedsel en voor de markt.

Met als gevolg snelle uitputting van grond door intensieve landbouw en verdere ontginning. Dit is vereenvoudigd weergegeven, maar duidt aan dat er niet één ‘schuldige’ kan worden gevonden. In sommige landen gaat dit snel, in andere langzaam, en elk heeft een eigen variant op het verhaal.

Er zijn geen eenvoudige manieren om te komen tot remmen en stoppen van de ontbossing. Een simpele boycot van tropische houtsoorten of alleen maar bosreservaatvorming lossen de problemen niet op.'Onder verantwoordelijkheid van bosbezittende landen zelf kan slechts goede landinrichting gepaard aan doelmatige bosbouw, op reeds ontboste gronden of in gedegradeerd bos, duurzame oplossingen van het ontbossingsprobleem brengen.

Volgens art. 44 van de Belgische Wet op de ruimtelijke ordening en de stedebouw is ontbossing slechts mogelijk mits een voorafgaande bouwvergunning door het College van Burgemeester en Schepenen is verleend.

Wat ontbossing precies inhoudt, is nog niet in een wet vastgelegd. In rechtszaken hebben de rechters dus een ruime interpretatievrijheid. Uit de antwoorden op verschillende parlementaire vragen blijkt dat slechts van ontbossing gesproken kan worden als het gaat om een wijziging van de bodembestemming of als het inzicht tot heraanplanting ontbreekt.