Gepubliceerd op 01-12-2020

grondwaterstandsverlaging

betekenis & definitie

verlaging van het gemiddelde grondwaterniveau. Een grondwaterstandsverlaging kan het gevolg zijn van natuurlijke oorzaken, maar ook van activiteiten van de mens.

Het eerste is vooral uit de duinen bekend: waar een duingebied sterk door de zee is afgeslagen en dus smaller is geworden, ontstaat een nieuwe hydrodynamisch evenwicht, waarbij een lagere grondwaterstand optreedt. Veel vaker is er echter sprake van grondwaterstandsverlaging door de mens. Hierbij gaat het om twee belangrijke categorieën: oppervlakte-ontwatering en waterwinning. De eerste wordt vooral toegepast ten behoeve van landbouw en veeteelt. Grote delen van Nederland waren vroeger te nat voor een goede agrarische produktie; vrijwel overal waar dit het geval was, heeft men door verbeterde ontwatering de grondwaterstand (vaak sterk) verlaagd. Daarnaast is hier en daar oppervlakte-ontwatering toegepast ten behoeve van de bosbouw.Waterwinning ten behoeve van drink- en industriewater geschiedt op vele plaatsen. Meestal wordt hierbij grondwater van grote diepte opgepompt. Daar de verschillende grondwatermassa’s met elkaar in verbinding staan, resulteert dit in de regel ook in (vaak zeer aanzienlijke) verlagingen van het oppervlakkige grondwater. Voor het milieu, en speciaal het natuurlijke milieu, heeft grondwaterstandsverlaging grote gevolgen (gehad). De meeste natuurgebieden in Nederland hebben hun waarde immers mede te danken aan de relatief hoge grondwaterstanden. Verlaging hiervan betekent dan ook een grote bedreiging of achteruitgang van de natuurwaarde: o.a. zullen daardoor vele plantesoorten in aantal achteruitgaan of zelfs verdwijnen. Speciaal geldt dit voor de freatofyten of grondwaterplanten: plantesoorten die voor hun voortbestaan de nabijheid van het grondwater verlangen.

Aan de hand van een soortenlijst met categorieën van freatofyten is de gevoeligheid van natuurgebieden voor grondwaterstandsverlagingen te bepalen. De Noorden Zuidhollandse duinen zijn een bekend voorbeeld van een gebied dat door grondwaterstandsverlaging sterk in natuurwaarde is achteruitgegaan; de vochtige duinvalleivegetaties zijn daardoor vrijwel geheel verdwenen. Door waterwinning kan de grondwaterstand soms zo sterk dalen, dat niet alleen de natuur schade lijdt, maar ook landbouw en veeteelt droogteschade ondervinden.

De ecologische gevolgen van grondwaterstandsverlaging kunnen direct en indirect zijn. Een direct effect is het minder beschikbaar komen van water voor planten. Vele planten, o.a. moerasplanten, zullen daardoor verdrogen en plaats moeten maken voor soorten van drogere milieus. Er kunnen echter ook bepaalde bodemprocessen optreden die op hun beurt (dus indirect) de vegetatie gaan beïnvloeden. Dit is vooral het geval in venige bodems, die ten gevolge van de betere doorluchting gaan mineraliseren. Door de omzetting van organisch materiaal neemt het gehalte aan voedingsstoffen toe.

Het milieu wordt dan niet alleen droger, maar ook voedselrijker. Ook dat heeft zijn nadelige gevolgen voor flora en fauna.